Literatuur

Emaille, Kunstboeken / Enamel, Artbooks

Your Subtitle Goes Here
3

BEAM OF LIGHT (1998)

Your Subtitle Goes Here
C

Paula Loeckx, Jan Walgrave, dr Thomas Roth, Gertrud Rittmann-Fischer, Akiko Miura, Dirk Lambrechts, Patrick F. Storme, Herman Vanclooster.
Uitgever: Eigen beheer
80 pagina’s
(Nederlands)
Samenvatting:
Uit de inleiding
Een kunstenares vieren die 60 wordt lag voorheen niet zo voor de hand. Vrouwen hoorden de pollepel te zwaaien en te zorgen voor zoveel mogelijk k’s: keuken, kinderen, kleren.
Het is goed dat Hedwig Luykx uit deze carrousel stapt.
Nadat zij alle paden voor eventuele subsidiëring tevergeefs bewandeld had, heeft zij op aandringen en met hulp van familie en enkele goede vrienden besloten dit jubileumboek in eigen beheer uit te geven.Ik weet sinds lang dat er bij haar een enorme dankbaarheid leeft voor iedereen die haar de mogelijkheden gaf om een leven aan kunst te wijden, voor iedereen die zich begrijpend buigt over de vreugden en het verdriet die haar kunst steeds dragen, voor iedereen die – ook maar even – probeert door te dringen tot de boodschap, de aanklacht of de blijde kreet onder de huid van de dingen die zij maakt.Het zou een boek worden waarin het medium email de belangrijkste plaats zou krijgen. De notoire kunstenaar, de expert zal aan het technische gedeelte geen boodschap meer hebben. Dat was ook niet de bedoeling. Daarvoor bestaat een overvloed aan vakliteratuur. Deze publicatie wil gewoon één van de vele deuren openen voor de niet-kunstenaar die apenstaat voor vormelijke en inhoudelijke schoonheid, voor de zoekende die zich wil buigen over het mysterie van de scheppende mens.

In een aantal bijdragen hebben de auteurs gepoogd het fenomeen Luykx en vooral de magie van het email te ontsluiten.

Stofdeeltjes zweven, dansen een bizar ballet in tegenlicht in een Beam of Light – schitterende partikeltjes die goud en zilver krijgen en schitterend leven teruggeven aan het licht.

Herman Vanclooster

EMAILLE, EEUWENOUD EN GLOEDNIEUW (2003)

Your Subtitle Goes Here
C

Vereniging Nederlandse Emailleurs
ISBN: 90-400-8801-2
Uitgever: Uitgeverij Waanders, Zwolle
(Nederlands)
Samenvatting:
Inleiding
De Vereniging van Nederlandse Emailleurs (VNE), bestaat dit jaar 20 jaar. Ter gelegenheid van deze verjaardag, is een reizende tentoonstelling georganiseerd die in 4 musea te zien zal zijn. Bovendien heeft zij de uitgave van dit boek verzorgd, dat meer diende te zijn dan alleen een catalogus van de getoonde stukken. Zo staat er dan ook in het Ten Geleide:“Meer nog echter bestond het verlangen om voor het eerst in Nederland een zo compleet mogelijk overzicht te geven van de schitterende kunst van het emailleren”.Over deze kunst zegt Han Witteveen, een leerling van Nico Witteman, in haar voorwoord:
“Een kunst die al enkele eeuwen bestaat en vaak in de vergetelheid dreigde te geraken. Een kunst ook waarop neergekeken werd als zijnde kunstnijverheid”.

Deze eeuwenoude traditie vindt men dan ook terug in zowel de titel als ook in de inhoud van deze jubileumuitgave. Het boek valt uiteen in drie delen: een historisch gedeelte, gevolgd door de catalogus, met tot slot, aandacht voor de huidige stand van zaken.

Historie
Louise van den Bergh-Hoogterp opent het historische gedeelte met de geschiedenis van het emaille, die, zoals zij zelf schrijft, hier slechts summier kan worden weergegeven. Zij doet dit echter op een meer dan voortreffelijke wijze, in haar beschouwing regelmatig stilstaand bij een voorwerp dat kenmerkend is voor de desbetreffende periode. Helaas zijn een aantal afbeeldingen in zwart-wit, maar de tekst is gelukkig kleurrijk genoeg om dat gemis op te vangen. Jammer dat deze geschiedschrijving zo abrupt eindigt bij het begin van de 20 ste eeuw! De uitgebreide noten zijn een welkome aanvulling.

De emailleerkunst in de Romeinse tijd wordt door Marlies Koster beschreven. Zij behandelt deze periode aan de hand van vondsten die o.a. in het Romeinse Noviomagus, het huidige Nijmegen, gedaan zijn. De afgebeelde voorwerpen bestaan uit een zeer kleine selectie uit de prachtige verzameling van het Valkhof te Nijmegen. Helaas worden deze niet besproken in de catalogus van de historische emailles en zijn dus geen onderdeel van de tentoonstelling.

Catalogusgedeelte
In het catalogusgedeelte van dit boek, worden de historische emailles van een toelichting voorzien door Louise van den Bergh-Hoogterp en Jos Houbraken. Ook voor deze wijze van presenteren niets dan lof, de besproken voorwerpen krijgen hierdoor als het ware hun juiste plaats, van groot belang bij het bekijken van deze emailles op de tentoonstelling. Als extra neemt Jos Houbraken in zijn Intermezzo rustig “alle tijd”, om uit te wijden over 300 jaar emaille op horloges. Het gebruik van dit emaille wordt geschetst in het kader van de voortschrijdende technische ontwikkeling van het uurwerk, de invloed van de heersende mode en de bijzondere wensen van de opdrachtgevers.

Of dit gedeelte van de catalogus eindigen moet met een bespreking van emaillewerken uit het begin van de twintigste eeuw, daarover kan men van mening verschillen. Eeuwenoud is dit emaille dan wel niet maar het tekent wel het begin van de opleving van het gebruik van emaille in de kunst van ons land en is dus wel van historische betekenis. Enkele namen hierbij heb ik wel gemist, zoals van Nico Witteman, Rudi Arens en Bert Nienhuis.

De overgang in de catalogus naar het hedendaagse emaille is groot. In dit gedeelte zijn in totaal 44 emailles afgebeeld, één van elke deelnemer aan de tentoonstelling.
De foto’s, van goede kwaliteit en wisselend formaat, staan in een willekeurige volgorde, steeds voorzien van een nummer, de naam van de maker, jaartal, titel, afmetingen en technische informatie, Deze laatste is soms voor dezelfde techniek niet eensluidend, wat verwarrend kan zijn. Glaïeu cloisonné (6) is voor zo ver ik weet geen nieuwe techniek, maar heeft waarschijnlijk betrekking op de afgebeelde bloem. De term e.l. koper (45), zal er mogelijk op duiden dat electrolytisch vervaardigd koper is gebruikt.
Bijzonderheden over de emailleurs zelf, zoals die wel in de vorige catalogi van de VNE werden gegeven, ontbreken hier. Een alfabetische lijst met namen van de deelnemers met vermelding van de bijbehorende pagina of het nummer zou een welkome aanvulling zijn en het terugvinden aanzienlijk hebben vereenvoudigd.

Kunstenaars in perspectief
In het derde deel wordt aandacht geschonken aan een zevental, belangrijke, zoals dit in het Ten geleide wordt gezegd, emaillekunstenaars. De gebruikte criteria die tot deze keuze hebben geleid, worden echter niet vermeld. In een korte biografie van Nico Witteman toont Dymph Vroom-Simonis duidelijk aan hoe belangrijk deze man voor de hedendaagse emaillekunst geweest is. De begeleidende foto’s zijn helaas niet in kleur. Jammer overigens dat zijn werk op de tentoonstelling ontbreekt.
Ellen Goldman laat de mens en de kunstenaar Go de Kroon in zijn werk tot leven komen in een uitvoerig, zeer persoonlijk geschreven verhaal, geënt op de grote vriendschap zoals die ontstond tussen hun beiden en hun levensgezellen. Zij wijst er, volkomen terecht, ook op hoe belangrijk zijn bijdragen, gepubliceerd in de Nieuwsbrief, zijn geweest voor de wijze waarop de VNE zich heeft ontwikkeld.
Linda Verkaaik schrijft over een van haar eigen werkstukken: Het bankje van Harfsen.
De echte atelierbezoeken worden afgelegd door Hannah Loeks bij An van Schaick, door Ben Bos bij Loek Lafeber, door Milo Anstadt bij Louis Duseé en door Anneke Kamslag bij Adriaan van den Berk.
Deze bijdragen zijn, zonder uitzondering, boeiend en indringend geschreven. Zij laten de kunstenaar in haar/zijn werk tot leven komen en zijn van grote informatieve waarde.

Tenslotte
De korte geschiedenis van Sylvia Tabingh Suermondt-Korff over de oprichting van de VNE is verhelderend, maar ook de diverse perikelen tijdens de verdere groei van de vereniging krijgen hier voldoende aandacht.
Het gedeelte over “Emaille als Kunstuiting”, geschreven door de VNE zelf, besluit dit boek. Hier komen, onder meer, de verschillende emailletechnieken uitvoerig aan de orde, met, helaas, de bijbehorende afbeeldingen in zwart-wit. In een dergelijk technische uiteenzetting horen foto’s in kleur te staan. Over de techniek van het “schildersemaille” vindt de lezer op blz. 47 een betere uitleg.

Samenvattend
Natuurlijk, op een aantal zaken is kritiek mogelijk en hier ook verwoord, maar dit neemt niet weg dat dit boek een mijlpaal is in de geschiedenis van de VNE en het op een overtuigende wijze, aan het verlangen, zoals in het Ten geleide verwoord, in vervulling laat gaan. Hierop mogen allen die, op welke wijze dan ook, een bijdrage hebben geleverd, tevreden en trots zijn. Ik kan een ieder met belangstelling voor het emaille, dit boek van harte aanbevelen.

P.S. Het is een hachelijke zaak een recensie te schrijven over een boek dat wordt uitgebracht door een Vereniging waarvan je zelf lid bent. Je hebt daardoor immers meer informatie dan een buitenstaander. Ik heb zo goed mogelijk getracht deze kennis bij het recenseren niet mee te laten spelen.
Deze recensie is niet mijn initiatief, maar als “vaste recensent”, heeft de VNE mij gevraagd ook deze eigen uitgave kritisch te beoordelen.

april 2003
Walther Carpaij

ENAMELS OF LIMOGES: 1100-1350 (1996)

Your Subtitle Goes Here
C

John P. O’Neill (Editor), Teresa Egan (Editor), Margaret Aspinwall (Editor), Philippe de Montebello, Pierre Rosenberg
ISBN: 0-8109-6500-3
Uitgever: Abrams
(Engels)
Samenvatting: In het Metropolitan Museum of Art te New York was van 5 maart tot 16 juni 1996 de tentoonstelling met dezelfde naam te zien. Deze was eerder gehouden in het Louvre te Parijs. Deze catalogus is een lijvig boekwerk waarbij de inhoud veel verder gaat dan de afbeeldingen met korte toelichting van de tentoongestelde werken. Het is een soort naslagwerk geworden dat veel aspecten van deze emailkunst in die periode behandelt, ook de technische. Deze werkelijk zeer fraaie uitgave kan ik van harte aanbevelen.

Walther Carpaij

L’ART DU FEU (1996)

Your Subtitle Goes Here
C

Loek Lafeber
ISBN: 90-747-19-26-0
Uitgever: Ekspress
(Nederlands)

LANDSCHAP VAN VERLANGEN (2008)

Your Subtitle Goes Here
C

Uitgever: VNE
(Nederlands)
Samenvatting: “Landschap van Verlangen” is de catalogus van de gelijknamige expositie ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de VNE in het Museum voor vlakglas- en emaille in Ravenstein in de zomer van 2008. Het boek bevat een aantal korte artikelen en foto’s van de kunstvoorwerpen uit de tentoonstelling. De artikelen gaan over de kunst en techniek van het emailleren. Behalve de gebruikelijke inleidingen over technieken is het heel interessant om iets te lezen over de totaal verschillende emailleermethoden in Rusland en Japan. Verder is er een interessant artikel over de geschiedenis van de VNE, en een over het Museum voor vlakglas- en emaille in Ravenstein. Maar natuurlijk het mooiste en spannendste zijn de foto’s van de kunstwerken. Behalve leden van de vereniging doen er ook kunstenaars mee uit Japan, Australië, Frankrijk, Duitsland, Tsjechië, Israël, Rusland, Italië, Engeland en Luxemburg. Kortom, een indrukwekkend internationaal gezelschap dat samen met de leden van de vereniging een breed scala aan werk laat zien, rijk in verbeelding en technisch vakmanschap. Bijzonder leuk is de lijst van de deelnemers met van iedereen een kleine foto. Het boek is mooi vormgegeven met kwalitatief heel goede foto’s van de kunstwerken. Al met al is het zeer de moeite waard dit boek aan te schaffen, zeker nu het maar €5,00 kost (exclusief €2,50 verzendkosten).

THE ART OF ENAMELLING UPON METAL (1905)

Your Subtitle Goes Here
C

Alexander Fishe
Uitgever: London, Offices of the Studio
113pagina’s
(Engels)
Samenvatting: Boekbespreking “Oud nieuw” boek over emaillerenSommige van ons zijn vast bekend met de website “Ganoksin”, een website voor edelsmeden, bereikbaar via hun forum genaamd “Orchid”, waar informatie en praktische tips voor edelsmeden staan. Ganoksin heeft nu een aantal oude boeken opnieuw uitgegeven. Een van deze is The Art of Enamelling geschreven door Alexander Fisher, en origineel uitgegeven in 1905. Er zijn veel boeken over emailleren, maar deze is in bepaalde opzichten vrij bijzonder.

Het begint met uitgebreid beschrijven van het artistieke schepping, die meer is dan alleen wat de ogen zien, en waar er ook een scala aan gevoelens bijkomt. Fisher citeert de Engelse dichter Blake

Blake says :
“I am asked, on seeing the sun rise, ‘ Do I see a little
round disc something like the size and shape of a guinea ? ’
And I answer, ‘ Oh no ! I see an innumerable multitude of the
heavenly host singing Holy, Holy, Holy, is the Lord God Almighty! ’ “

(In korte vrije vertaling: “Er wordt aan mij gevraagd of bij het zien van het opkomen van de zon ik een ronde discus zie, iets als een gouden munt. En ik antwoord: oh nee, ik zie de talloze engelen in de hemel zingen Heilig, Heilig, Heilig is God Allemachtig! ” (JJ) )

Fisher is dan ook faliekant tegen opleidingen waarbij de student alleen de technische aspecten van de kunst van het emailleren leert. Het is even belangrijk om de emotionele kant ervan te zien. Emaille zelf ziet hij als een bijzonder medium. Iemand die emailleren leert moet het materiaal “voelen” niet alleen de technische aspecten kennen. Tegelijkertijd gaan het kunstenaarschap en de ambachtelijke kunde hand in hand, het ene kan niet zonder de andere.

Na deze heel bevlogen inleiding zijn er hoofdstukken zoals we ook in andere boeken over emaille aan kunnen treffen: een historische overzicht van het gebruik van emaille en hoofdstukken geweid aan de diverse technieken. Alleen hier zijn een aantal bijzondere zaken. Zo gaat Fisher in hoofdstuk 2 in op een gedetailleerde en zeer heldere uitleg in van de scheikundige samenstelling van emaillepoeders. Hier komen enkele voorbeelden.
Hoeveel van ons weten wat de samenstelling van flux is? Volgens Fisher zijn het silicium, minium (rode lood), nitraat, of carbonaat van soda of potassium. Deze flux samen met verschillende metaal oxides worden gebruikt om de transparante kleuren te maken. Hoe meer oxide des te donkerder de kleurtoon. Bijv. flux gecombineerd met koperoxide geeft groen, blauw en rode emaille. Door toevoeging van bijv. arsenicumzuur wordt transparante emaille opaak.

Hier zijn enkele van de recepten van Fisher:

The compositions of flux are as follows:
First, for copper flux and gold flux, take
4 parts of silica, 6 minium, 12 nitrate of potash; or
4 parts optical glass, 3 minium, 6 nitrate of potash.
Second, for silver flux, take
4 parts of silica, 6 minium, 20 nitrate of potash.
Cobalt, oxide of cobalt… … 1 to flux 50 parts.

Waarschijnlijk gaat niemand zelf emaille maken, maar het idee dat je weet hoe je dat zou kunnen lijkt me best leuk, het heeft iets van de oude meesters die zelf hun verf mengden. (Sterker nog, s.v.p. deze “recepten” niet zelf proberen thuis te volgen; arsenicumzuur giftig is giftig en lood in mindere mate ook en wordt dan ook steeds minder gebruikt. Bijv. in Thompson emailles zijn helemaal loodvrij. JJ en CvdR.)

Het boek is verder vol met een schat aan zeer gedetailleerde informatie over het proces van emailleren, en over de verschillende technieken: champlevé, basse-taille, cloisonné, plique a jour en schilderen met emaille. Ook staat er een zeer gedetailleerde (en arbeidsintensieve) beschrijving van het voorbereiden en afwerken van de werkstukken.

Kortom, het is een fantastisch leerboek, gebaseerd op traditionele ambachtelijke werkmethoden. Het boek heeft ook enkele nadelen: het is een doorlopend betoog van de auteur, hij spreekt de lezer toe in een lang monoloog. Het is op zich niet warrig, maar soms moeilijk te volgen omdat alles in woorden wordt beschreven. Waarschijnlijk vanwege praktische beperkingen bevat het boek maar enkele tekeningen ter illustratie. Maar na het lezen van de gewenste stuk meerdere malen wordt de bedoeling toch duidelijk. Vooraan en aan het einde staan ook foto’s (meestal helaas in zwart-wit) van emaillewerken.

Voor iedereen die vloeiend Engels kan lezen is het boek een aanrader. En hier komt de verrassing: het kost maar $1,35. Hoe dat kan? Het is een e-boek. Na betaling kan men een PDF bestand downloaden met het hele boek. Wat een leuke combinatie van dit oude traditionele boek met de eigentijdse e-techniek!

Het boek staat een beetje onderaan op
http://www.ganoksin.com/

Emaille, Vakliteratuur Algemeen / Enamel, Common Professional Literature

Your Subtitle Goes Here
3

A MANUAL OF CLOISONNÉ & CHAMPLEVÉ ENAMELING (1996)

Your Subtitle Goes Here
C

Patrick, Judith Lull Strosahl and Coral Barnhart
ISBN: 0-684-16822-7
Uitgever: Charles Scriber’s Sons, New York (Nieuwe uitgave 1996, Seattle, Washington, USA)
126pagina’s
(Engels)
Samenvatting:
Inleiding
Gelukkig, na 15 jaar is een nieuwe druk verschenen van het boek “A Manual of Cloisonné and Champlevé Enamel”, geschreven door C. Shaffer, samen met Pat en Jody Strosahl.
Het is inmiddels bij mij gearriveerd en bleek een fotoprint te zijn. De prijs $35.-, incl. verzend- en verpakkingskosten

Evaluatie
Bij vergelijking met de eerste druk uit 1981, blijkt dat het tekstgedeelte vrijwel onveranderd is overgenomen. Weliswaar staat op pag. VII en VIII een overzicht van (korte) aanvullingen en verbeteringen, maar dat mag geen naam hebben. Het is wel jammer dat alle kleurplaten uit het boek zijn vervangen door zwart-wit afbeeldingen. Waarschijnlijk, zo neem ik aan, om de prijs van deze heruitgave op een aanvaardbaar niveau te houden, maar het zwart/wit laat emaille niet tot zijn recht komen. Ook de uitgebreide tabellen met de belangrijkste eigenschappen van emailles van diverse producenten staan er, helaas, niet meer in. De auteurs werden nl. zo vaak geconfronteerd met veranderingen in de samenstelling van emailles, dat het onmogelijk werd om verantwoorde gegevens te publiceren. De verklarende woordenlijst op pg. 169 en 170 van deze eigenschappen van emailles is hierdoor echter overbodig geworden! De gewijzigde uitvoering als ringband maakt het gemakkelijk het boek op de werkplek bij de hand te houden.

Waarom toch mijn blijdschap over deze nieuwe druk, wel, omdat het, ondanks bovengenoemde veranderingen een voortreffelijke uitgave is gebleven. Ikzelf gebruik het nu al ruim 15 jaar en bij problemen zal ik steeds eerst dit boek raadplegen, temeer omdat een uitgebreide index het opzoeken sterk vereenvoudigt. Als mij gevraagd wordt naar een leerboek in deze twee technieken, dan is dit nog steeds mijn eerste keus.

Hoofdstukken
In totaal zijn er 21 hoofdstukken. In het eerste staat een korte geschiedenis van het emaille, het derde behandelt de speciale eisen te stellen aan het ontwerp, als gevolg van het gebruik van emaille. De overige 19 zijn zuiver technisch van aard. Alle hoofdstukken apart te bespreken zou neerkomen op een eigen vertaling, en wel een vrij uitgebreide, omdat vrijwel alles wat er in staat de moeite van het vermelden waard is.
De stof wordt steeds op dezelfde zeer systematische wijze behandeld: ieder hoofdstuk begint met een korte opsomming van de benodigde gereedschappen en materialen, gevolgd door nauwkeurige en praktische instructies hoe het werkstuk te vervaardigen. Daarna wordt de lezer nader geïnformeerd over de details. Dit alles op een manier die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Hoofdstuk 2 gereedschappen
Hoofdstukken 4 t/m 6 de basistechnieken
Hoofdstukken 7 t/m 11 cloisonné
Hoofdstukken 12 t/m 16 champlevé
Hoofdstukken 17 t/m 21 afwerken van de gebrande emailles

Er zijn drie bijlagen:
1. eigenschappen van emailleerbare metalen
2. lijst van leveranciers
3. veiligheid en gezondheid;
deze zijn volledig bijgewerkt. Tot slot, zoals ik al boven opmerkte, is er een uitstekende index en een uitgebreide literatuurlijst.

Conclusie
Van harte aanbevolen, maar niet voor beginners.

Walther Carpaij

COLOR ON METAL (2001)

Your Subtitle Goes Here
C

Tim McCreight, Nicole Bsullak
ISBN: 1-893164-06-3
Uitgever: Guild Publishing, Madison, WI, USA
(Engels)
Samenvatting:
Inleiding
In dit boek laten 51 kunstenaars (50 gasten en een der auteurs), de lezer kennismaken met verschillende technieken die gebruikt kunnen worden om metalen te kleuren.Evaluatie – De inleiding behandelt, helaas vrij oppervlakkig, in totaal een vijftal methoden, te weten: patineren, emailleren, schilderen/aanbrengen van pigmenten, gebruik van kunstharsen/epoxy en anodisering. Vervolgens is er voor iedere kunstenaar een dubbele pagina, op de ene zijde telkens een kort verhaal over zichzelf, soms iets over de gebezigde techniek, maar vooral over de gedachten die ten grondslag liggen aan het werk zoals dat op de andere, tegenoverliggende, pagina is afgebeeld.
Hoofdstukken – De verdeling over de technieken is als volgt:
patineren 9
emailleren 12
schilderen/epoxy 13, en tenslotte de
“avant garde” 17

Bij deze laatste groep heb ik mij wel afgevraagd waarop deze classificatie nu wel betrekking zou kunnen hebben. De conceptuele gedachten, de vormgeving of de gebruikte techniek? Ik kon deze vraag, ook na herhaaldelijk lezen en kijken, voor mijzelf niet beantwoorden of het zou het gebruik van titaan moeten zijn, het gebruik van kleurpotloden, het toepassen van reeds bedrukte blikjes of verweerde materialen, maar dat kon ik mij toch ternauwernood voorstellen.
Maar, de aankondiging op de omslag, dat de kunstenaars U deelgenoot zullen maken van de inzichten en gebruikte technieken, wordt, wat het laatste betreft, vrijwel niet waar gemaakt. Voeg daarbij het feit dat er geen enkele verwijzing is naar een boek of tijdschriftartikel waarin dat wel gebeurt (er ontbreekt nl. een bibliografie), dan overheerst bij mij toch de gedachte van een gemiste kans.

Conclusie
Het geheel is wel is waar fraai uitgegeven en de afbeeldingen zijn van goede kwaliteit, maar het is niet meer dan een lees- en kijkboek geworden, waarvan geen enkele stimulans uitgaat deze technieken eens zelf te gaan proberen. Ondanks de fraaie vormgeving, kan ik het boek daarom niet aanbevelen.

mei 2003
Walther Carpaij

DICTIONARY OF ENAMELLING (HISTORY AND TECHNIQUES) (1998)

Your Subtitle Goes Here
C

Erika Speel
ISBN: 1-85928-272-5
Uitgever: Ashgate Publishing Limited, Gower House, Croft Road Aldershot, Hampshire, England
(Engels)
Samenvatting:
Algemeen
In nieuwsbrief 1998 nr. 3 kreeg ik op mijn vraag wie het boek “Dictionary of Enamel”, geschreven door Erika Speel kende, meteen een antwoord van Ellen Goldman. Ook stond er in Glass on Metal, Vol. 17 nr. 2, een recensie van dit boek, geschreven door iemand die blijkbaar onbekend wenste te blijven. Daarin werd het boek zeer geprezen, kortom dat was een boek dat in elke emaillebibliotheek thuis hoorde! Bovendien vermeldde hetzelfde tijdschrift dat voor leden van de Enamelist Society door Thompson Enamel op de aanschaffingsprijs van $ 99.75 een korting van $ 20.- werd gegeven. Dus heb ik niet lang geaarzeld. Het boek kostte mij zo, inclusief verzending per luchtpost, nog geen f 200,-. Het is nu enkele maanden in mijn bezit en ik heb er inmiddels al heel wat uren in gebladerd en gelezen. Het is fraai uitgegeven, gebonden in een linnen band. In totaal telt het boek 288 bladzijden tekst, waarin ongeveer 400 onderwerpen op het gebied van techniek en geschiedenis van het emaille worden behandeld.

Over de inhoud
Het bevat 100 afbeeldingen in zwart-wit die bij de desbetreffende onderwerpen staan, en een zelfde aantal in kleur. Deze staan helaas volledig los van de tekst op twee maal 16 bladzijden bij elkaar, waardoor enig bladerwerk is vereist. Opvallend is de wat kleine letter maar daar raak je spoedig aan gewend. Maar hoe recenseer je een verklarend woordenboek, een encyclopedie? Het is immers geen boek in de gebruikelijke zin van het woord met een gestructureerde opzet waarbij je kunt nagaan of de auteur de titel wel waarmaakt. Keuze van de onderwerpen is arbitrair, de uitgebreidheid van de daarbij behorende uitleg eveneens. Wie en wat is van een zodanig belang dat het vermeld moet worden zonder de raadplegers al te vaak teleur te stellen? Dan kom ik weer terug op iets wat ik bij vorige boekbesprekingen al ter sprake heb gebracht: wat is de doelgroep, voor wie is het boek geschreven? Het staat zo fraai verwoord in de prospectus bij dit boek: “onmisbaar voor iedereen die geïnteresseerd is in de ontwikkeling van de emailleertechnieken, bevat dit boek ongeveer 400 onderwerpen die elk aspect van deze geschiedenis omvatten” en even verder staat er: “The Dictionary of Enamelling zal van onschatbare waarde zijn voor mensen die emaille verzamelen, bestuderen, maken of er plezier aan beleven”. Ik ben dus een maker en als zodanig wordt het boek dan ook door mij beoordeeld, alhoewel de geschiedenis van het emaille mij niet onberoerd laat.

Systematiek
Zo ben ik ook begonnen met lezen van de gegevens over de diverse metalen die als basis voor het emaille dienen. Al deze metalen, van alpaca t/m zilver worden inderdaad, min of meer uitvoerig, besproken. Helaas ontbreekt hier een duidelijke systematische aanpak, zodat je de hele tekst moet ontleden wil je de verschillend eigenschappen zoals smeltpunten, legeringen en hun specifieke eigenschappen etc., terugvinden. Bij ieder metaal wordt dan ook nog eens verwezen naar het onderwerp “Metals for Enamelling”. Dit item is een volledige overdruk van het artikel van W. Carpenter, verschenen in Glass on Metal. Soms vind je het metaal bij de verwijzing helaas niet meer terug, zoals bij alpaca, of klopt de opgegeven samenstelling van het metaal niet, zoals bij tombac. Dit laatste zou de Duitse naam moeten zijn van Gilders metal, maar dan mag het percentage zink niet meer zijn dan 3 of 4% en niet 25, zoals vermeld. Bovendien wordt bij cupro-nikkel, zonder enige toelichting, verwezen naar gilding metal, terwijl dit metaal absoluut geen nikkel bevat. Voor zuiver goud wordt een smelttraject van 1000 tot 1064°C opgegeven en niet het juiste smeltpunt van 1063°C. Kijk je echter bij Metals for Enamelling dan wordt daar dit smeltpunt wel correct vermeld. Bij het item emaille wordt onevenredig veel aandacht geschonken aan allerlei fysische eigenschappen, maar naar een opgave van metaaloxyden met de voor hen zo specifieke kleuren heb ik tevergeefs gezocht. Wat hier meteen opvalt is het hoge gehalte van gegevens afkomstig uit het tijdschrift ‘Glass on Metal’. Dat blijkt niet alleen zo te zijn bij de metalen, maar ook bij de behandeling van de diverse soorten emailles, de vermelding van enkele hedendaagse emailkunstenaars, de gegevens over enkele landen en de literatuurreferenties. Getrouwe lezers van dit tijdschrift zullen hele stukken tekst vertrouwd in de oren klinken. (Kan dit mogelijk verband houden met de bovengenoemde korting, of zie ik nu spoken?)

Referenties
Literatuurreferenties kunnen de geïnteresseerde lezer de mogelijkheid bieden meer te weten te komen over een bepaald onderwerp. Maak dan de toegang hiertoe zo gemakkelijk mogelijk en vermeld dan ook de ISBN nummers, en voor dezelfde uitgave van het boekje van Millenet niet drie verschillende jaren van uitgifte. Helaas, op enkele uitzonderingen na, blinken Duitstalige referenties uit door afwezigheid, hetgeen tot een duidelijke verschraling van informatie leidt. Om enkele voorbeelden te geven: bij de Dinglinger familie had absoluut het standaardwerk van Dirk Syndram vermeld moeten worden, bij Eibertus van Keulen de Ornamenta Ecclesiae en bij de Keltische emailles het boek van G. Hazelnoot. Niet alleen wordt de lezer de zo noodzakelijke aanvullende gegevens onthouden, maar ook nog de mogelijkheid om van kwalitatief uitstekende kleurafbeeldingen te genieten.

Illustraties
Helaas blinkt dit boek niet uit door een goede kwaliteit van de illustraties, vooral bij de kleurenfoto’s is blijkbaar geen of weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de moderne reproductietechniek biedt. Kijk maar eens naar de kleurafbeeldingen nrs. 3, 8, 15, 32, 46, 47, 55 etc.

Geografische aspecten
Nog een opmerking over het gemis aan informatie over het Duitssprekende deel van Europa. Duitsland heeft geen eigen vermelding, noch Lili Schultz noch haar leerlinge Maria Likarz die in Duitsland het emaille weer tot een geaccepteerde kunstvorm hebben gemaakt, worden ergens vermeld. Hetzelfde geldt voor hun werkplaats en opleidingsinstituut Burg Giebichenstein. Ook Noorwegen wordt niet vermeld, gelukkig wel David-Andersen, deze firma wordt zeer uitvoerig besproken. (Heeft ook in Glass on Metal gestaan!) Ook naar Frankrijk zocht ik tevergeefs. Alleen de bekende emailleurs uit het late en recente verleden van dit land komen vrijwel allemaal aan bod. India heeft wel een eigen plaats, met gegevens die volledig zijn gebaseerd op twee artikelen van P.E. Michaelides. (Natuurlijk uit Glass on Metal.) De keuze van de afbeeldingen ligt vanzelfsprekend bij de auteur, maar ik verwacht dan wel dat deze de tekst ondersteunen en/of verduidelijken Het is mij dan ook een raadsel waarom bijv. wel drie stuks namaak van het Alfred Jewel worden afgebeeld, maar niet het origineel. Daardoor blijft het enorme verschil voor de lezer onzichtbaar en dat is erg jammer! Zo mis ik ook een kleurenafbeelding van het oudst bekende stuk emaille, de gouden scepter uit de 11e eeuw v. Chr. op Cyprus gevonden; de zwart-wit foto doet dit unieke prachtstuk geen recht. De volledig onscherpe fotoserie die de verschillende fasen in het maken van Chinees emaille zou kunnen laten zien hoort in een dergelijk boek niet thuis. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat dit boek in hoofdzaak geschreven is als bron van informatie voor Engelssprekende emaille-liefhebbers. Dat dit voor anderstaligen problemen kan geven ligt dan in de lijn der verwachtingen. Een voorbeeld: natuurlijk ging ik op zoek naar gegevens over de Welfenschat, die moet je in een dergelijke encyclopedie kunnen vinden. Het staat er ook wel in, maar dan dien je wel te weten dat voor Engelstaligen Guelph de correcte aanduiding is voor Welf. Waarom niet onder de W de naam Welf genoemd met een verwijzing naar Guelph? Trouwens, bij interne verwijzingen mis ik een duidelijke systematiek. Eerst had ik de indruk dat een item in de tekst mits met hoofdletters geschreven, altijd verwees naar het desbetreffende onderwerp, maar helaas is dit niet steeds het geval, dus zit je in een aantal gevallen voor niets te zoeken.

Overige desiderata
Tot zover een aantal kritische opmerkingen, zonder uitputtend te willen zijn, waardoor men bijna zou kunnen gaan denken dat er van deze uitgave weinig deugt, maar dat is zeker niet het geval. Er staat een schat aan gegevens in die ik nergens anders zo snel en zo gemakkelijk had kunnen terugvinden. De auteur mag geprezen worden voor het feit dat zij zich de enorme inspanning heeft getroost een dergelijk werk, waar volgens mij een grote behoefte aan bestaat, het licht te doen zien. Bij een strengere eindredactie was het merendeel der onvolkomenheden zeker te vermijden geweest. Meer aandacht voor het niet-Engelstalige emailgebeuren zou dit boek nog waardevoller maken. Deze uitgave heeft in deze vorm zeker de potentie om uit te groeien tot een standaardwerk op het gebied van emaille in de meest brede zin van het woord. Maar dan zullen er bij een volgende druk toch wel de nodige puntjes op de i moeten worden gezet.

Walther Carpaij

EEN KORTE INLEIDING IN DE KUNST VAN HET EMAILLEREN (2000)

Your Subtitle Goes Here
C

Ellen Goldman
ISBN: 90-6550-160-6
Uitgever: Eigen beheer
(Nederlands)
Samenvatting:
Ellen Goldman, die zo veel mensen via haar workshops op weg heeft geholpen in het werken met emailles, heeft daardoor veel inzicht gekregen in de problemen en vragen waarvoor een beginner in deze kunst komt te staan. Op grond van die ervaringen, en het ontbreken van recent Nederlands instructiemateriaal, heeft zij zelf de pen ter hand genomen en is begonnen aan een serie monografieën, die uiteindelijk tot een completer boekwerk over allerlei facetten van het emailleren moet leiden. In juni 2000 gaf zij in eigen beheer het eerste deel uit. Het werkje vond zo veel aftrek, dat zeer onlangs een tweede druk is verschenen; naar het schijnt komt een dezer dagen een tweede deeltje uit.Het eerste deel behandelt de basale kennis waarover een beginnende emailleur moet beschikken. Overzichtelijk en systematisch worden de volgende onderwerpen besproken:

  • Wat is email
  • Wat hebben we nodig om aan het werk te gaan?
  • Hulpmaterialen
  • Aan het werk (eerste oefening)
  • Tegen-emailleren
  • Het wassen van emailpoeders
  • Het maken van kleurmonsters
  • Cloisonné
  • Het gebruik van emailbrokken, draad- en kogelemail
  • Het ‘trekken’ van emaille
  • Fouten: is daar nog wat aan te doen
  • Adressen

Het boekje is ruim geïllustreerd met zowel lijntekeningen in zwart-wit als emailles in kleur van de kunstenaresse zelf en van Caroline Goldman. Hierdoor, en doordat men zo veel praktische aanwijzingen krijgt hoe men te werk moet gaan en er ook wordt ingegaan op de meest voorkomende fouten die er in het werk ontstaan, is dit een boekje dat ik van harte kan aanbevelen. Het is te wensen dat zo veel mogelijk belangstellenden dit boekje in handen krijgen, want het zal de drempel om zelf te gaan emailleren belangrijk helpen verlagen. Neem contact op met Ellen Goldman (e-mail) om het boekje aan te schaffen.

Philip Quanjer

EMAIL, NIËLLO, TECHNIEKEN (1998)

Your Subtitle Goes Here
C

Rudie Arens
ISBN: 90-6550-160-6
Uitgever: Eigen beheer
(Nederlands)
Samenvatting:
Over het boek. In een van mijn vorige besprekingen heb ik het boek van Rudie Arens ‘Email, Niëllo, Technieken’ verschenen in 1998, gekenschetst als een emailleboek dat de typische kenmerken vertoonde van het feit dat het geschreven was door een goudsmid. Aan een verdere uitvoerige beschouwing ben ik toen helaas niet toegekomen. Inmiddels ligt binnen een jaar na verschijnen van de eerste druk nu de tweede druk voor mij. De auteur deelde mij mede dat er van deze nieuwe uitgave reeds 30 van de 58 exemplaren zijn verkocht waaruit wel duidelijk blijkt hoe dit boek bij de Nederlands sprekende emailleurs is aangeslagen. Het ligt volstrekt niet in mijn bedoeling onaardig te doen over de eerste druk, maar diegenen die misschien bewust op een tweede druk gewacht hebben, zijn niet zo onverstandig geweest. De buitenkant van deze druk is weliswaar onveranderd, maar de verandering aan binnenzijde valt meteen op door de keuze van een duidelijker lettertype en beter papier als gevolg waarvan de talrijke kleurenafbeeldingen veel beter tot hun recht tomen. De inhoud is uitgebreid met een aantal bijlagen waarin o.a. de werktekening voor de zelfbouw van een mini-emailleeroven, ook de moderne acryl- en waterverf-emailles worden besproken. In een zestiental hoofdstukken komt de gehele emaillewereld tot leven, beginnende met de emaillegeschiedenis tot en met het ontwerpen van emailles. Mocht er dan toch in dit leven iets mis gaan dan vindt men in hoofdstuk 16 de emaille-E.H.B.O.! Een verklarende woordenlijst, opsomming van leveranciers en een literatuurlijst completeren het geheel.

Over de auteur
De auteur, goud- en zilversmid en emailleur, is nu 80 jaar en nog steeds de gehele dag in zijn atelier werkzaam aan een voortdurende stroom van opdrachten. De enorme kennis en ervaring die hij gedurende zijn arbeidzame leven dan ook heeft vergaard, spreken in dit boek een duidelijke taal en geven het zo een uitgesproken persoonlijk karakter terwijl het laat zien met welk een liefde deze kunst is beoefend.

Bespreking
Alles komt aan bod: emailles, metalen, chemische en fysische eigenschappen van deze beide, alle emailletechnieken waarbij de afbeeldingen van de, vrijwel allemaal door de auteur vervaardigde, emailles datgene vertellen dat zo moeilijk in woorden kan worden uitgedrukt. Veel tekst is, naar mijn mening terecht, gewijd aan gegevens zoals deze door eigen onderzoek zijn verkregen, om enkele te noemen: invloed van plaatdiktes, plaatgrootte, lichtdoorlaatbaarheid van emailles, temperaturen en een voor mij volslagen nieuwe factor nl. soortelijk gewicht, bovendien zijn er een aantal doorsneden te zien die veel zeggen over de variaties in de laagsgewijze opbouw van het emaille op het onderliggend metaal; dit zijn wel unieke plaatjes. Zelfs titaan blijkt nu emailleerbaar te zijn, hetgeen ik niet voor mogelijk had gehouden. Juist dit soort informatie geeft deze publicatie een duidelijke meerwaarde. Slechts het maken van proefplaatjes, zo staat er, en het nauwkeurig noteren van alle gegevens voor, tijdens en na het emailleren maken het mogelijk om dit soort conclusies te trekken en deze bij later werk te gebruiken.

Natuurlijk is deze tweede druk niet alleen materieel verbeterd, ook een groot aantal kleine en soms grote onnauwkeurigheden zijn verdwenen, de onderschriften bij tekeningen veranderd en aangevuld, verwijzingen naar aanverwante onderwerpen aangebracht etc. Ik neem aan dat opmerkingen van de gebruikers van de eerste uitgave hierbij een rol hebben gespeeld! (Zo staan nu van alle ‘verdunde’ zuren en oplossingen bijna overal de correcte percentages vermeld.)

Het beroep van de auteur heeft hem er toe gebracht een aantal extra’s te bespreken b.v. galvanische technieken zoals vergulden, verzilveren, etsen en de galvanoplastiek. Zaken die slechts zijdelings verband houden met emailleren, maar voor de goudsmid wel van belang zijn evenals de toelichting over het gebruik van de verschillende soorten graveerstekers, het maken van draad en een korte uiteenzetting van de granulatietechniek, al mis ik daar wel weer de vermelding van de juiste percentages van de gebruikte oplossingen. Behalve het emaille wordt ook ruim aandacht geschonken aan de vervaardiging en het gebruik van niëllo. Gelukkig maakt de auteur het voldoende duidelijk dat niëlleren en emailleren terdege van elkaar verschillen.

Referenties
Tenslotte: het boek eindigt met 4 pagina’s literatuur. Ik vind het altijd gemakkelijk als in de tekst daarnaar wordt verwezen, zeker als er interessante zaken worden vermeld Bijv.: als op pag. 22 het mechanisme van de hechting van emaille aan de diverse metalen genoemd wordt, dan zou je daar wel wat meer over willen lezen.

Conclusieeen goed en instructief Nederlands boek om te leren emailleren, uitermate geschikt als men niet al te grote objecten wil vervaardigen. Prijs: 55,- incl. portokosten (overmaken op giro 884004).

Walther Carpaij

EMAILLEREN (1995)

Your Subtitle Goes Here
C

Jinks McGrath
ISBN: 90-213-2261-7
Uitgever: Cantecleer
(Nederlands)

EMAILLEREN (1970)

Your Subtitle Goes Here
C

Jos H. Eppens-van Veen
(Nederlands)
Samenvatting:
Het boek “Emailleren” wordt door de erfgenamen via deze website toegankelijk gemaakt op de uitdrukkelijke voorwaarde, dat het uitsluitend voor privé (niet-commerciële) doeleinden zal worden gebruikt. Het is nadrukkelijk niet toegestaan om teksten en/of afbeeldingen uit het boek voor een commercieel doel te gebruiken. Misbruik zal worden vervolgd.Het auteursrecht is volledig voorbehouden aan de erfgenamen van mw. J.H. Eppens-van Veen.

Sommige teksten, zoals over ovens en andere materialen, zijn enigszins gedateerd geraakt. Geleidelijk zullen zulke pagina’s, in en na overleg met de erfgenamen, worden gemoderniseerd.

ENAMELING ON METAL (1971)

Your Subtitle Goes Here
C

Oppi Untracht
ISBN: 123-45-678-098
Uitgever: Chilton Book Company USA
(Engels)
Samenvatting:
Inleiding
Het boek “Jewellery, Concepts and Technology”, geschreven door Oppi Untracht, is, zeker voor de goudsmid, een standaardwerk, dat je, bij eventuele technische problemen en vragen, vrijwel nooit in de steek laat. In 1957 heeft hij ook een boek geschreven over het emailleren op metaal, waarvan de laatste herdruk verscheen in 1971.

Over Oppi Untracht
Gerard Hagen en ik hebben Oppi Untracht enkele jaren geleden ontmoet in de boekwinkel van Langkamp en Brinkman te Amsterdam. Wij keken samen naar de toenmalige grote sortering van boeken op ons terrein. Wij spraken lovend over het boek Jewellery, toen plotseling een stem achter ons zei: “I am Oppi Untracht”.
De rest van de middag hebben wij met zijn drieën, uitvoerig pratend en drinkend, doorgebracht op een terras aan het Leidse Plein. Hij vertelde toen ook over zijn emailleboek en zijn wederwaardigheden hiermee in Japan. Tijdens een reis trachtte hij een bekend emaille-atelier te bezoeken maar dat werd hem, ondanks veelvuldig aandringen, categorisch geweigerd, totdat hij ook hier de (magische) woorden sprak “I am Oppi Untracht”. Op slag werd de rode loper uitgelegd, geen vraag die onbeantwoord bleef, zijn emailleboek werd hooglijk geprezen en vol trots liet men hem dan ook de volledig gekalligrafeerde Japanse vertaling van zijn boek zien. Op de vraag waar men hem een plezier mee zou kunnen doen, vroeg hij naar een copie van deze gekalligrafeerde vertaling, die enige tijd later bij hem thuis in Porvoo, Finland, keurig werd afgeleverd! Mijn wens om ook dit boek eens te kunnen lezen en beoordelen is nu, aan de hand van een exemplaar uit 1971, in vervulling gegaan. De auteur blijkt aan de Brooklyn Museum Art School werkzaam te zijn geweest als docent emailleren en deze uitgave is, zo mag ik aannemen, bedoeld geweest als studieboek voor zijn leerlingen.
Het is zeer sober uitgevoerd, alleen op de voorpagina staan enkele emailles in kleur, de overige, ruim 180, afbeeldingen, zijn helaas in zwart-wit.

Over de inhoud
De inhoud van het boek is, zoals men bij een lesboek kan verwachten, zeer zeker traditioneel te noemen. Natuurlijk wordt begonnen met een uiteenzetting over de eigenschappen van het emaille en de gebruikte metalen, de werkplaatsinrichting, het maken van proefplaatjes, en komen ook de noodzakelijke voorbereidingen,die aan het emailleren voorafgaan, ter sprake.
Daarna worden vrijwel alle bekende emaille-technieken technisch zeer gedetailleerd besproken, waarbij telkens wordt verwezen naar de desbetreffende afbeeldingen. Zoals ik al opmerkte, zijn deze in zwart-wit, en voegen voor een beter begrip dan ook maar weinig toe. Opvallend is, dat deze technieken zijn verdeeld over 3 hoofdstukken, nl. de traditionele, de technieken voor het maken van unica en de technieken bestemd voor het vervaardigen van grote aantallen.
Extra veel aandacht wordt geschonken aan de sgrafitto-techniek, het gebruik van sjablonen, het toepassen van de zeefdrukmethode en het gebruik van transfers. De praktische uitvoering van deze technieken wordt door goede foto’s uitstekend toegelicht.

Uit alles spreekt de bedoeling van de auteur om vooral technische informatie over het emailleren te geven, andere aspecten, bijv. de specifieke eisen waaraan moet worden voldaan bij het ontwerpen van een emaille komen vrijwel niet aan de orde. Ook het ontwerpen zelf, vaak een ondergeschoven kind in dergelijk soort boeken, treft hier hetzelfde lot. Deze op de techniek gerichte opzet vind men ook terug in het in de inleiding genoemde boek, Jewellery.

Conclusie
De uitgave is, zowel voor beginners als voor licht gevorderden, redelijk bruikbaar als ondersteuning bij het volgen van een praktische cursus emailleren. Het ontbreken van kleurenfoto’s moet de gebruiker dan wel op de koop toenemen, maar ik heb ze wel node gemist.

Walther Carpaij

ENAMELLING (2001)

Your Subtitle Goes Here
C

Joan Bolton King
ISBN: 1-86124-437-2
Uitgever: The Crowood Press Ltd, Marlborough, Wiltshire SN8 2HR, United Kingdom
(Engels)
Samenvatting:
Inleiding
De strekking van dit boek is, zo staat het in de inleiding, de beginner de basis van het emailleren bij te brengen op een dusdanige manier dan deze er, meteen vanaf het begin, plezier aan beleeft. Dat is niet zo verrassend voor boeken die zich ten doel stellen mensen te leren emailleren. Inmiddels zijn al talrijke geschriften verschenen die zich daarmee bezig houden, ik heb er ongeveer een 20-tal in mijn boekenkast staan en er zijn er ongetwijfeld nog wel meer! Deze nieuwe publikatie op dit gebied wekt dan wel mijn nieuwsgierigheid op naar zowel de manier waarop deze schrijfster het aangegeven doel wil bereiken als naar de inhoud. Verschillen deze wezenlijk van alle anderen. Kortom is dit uitgave een aanwinst, ja of nee?

Bespreking
In dit boek neemt de schrijfster haar leerling bij de hand en leidt hem met kleine, soms met wat grotere, stapjes door het vrolijke emailleland, want, zo staat er op een van de laatste werkstukjes: “enamelling is fun, enjoy it”. Het is een boek dat geruststelt: doe nu maar zoals het er staat, dan kan er niets mis gaan, vooral rustig aan, dan breekt het lijntje niet. De instructies zijn zeer gedetailleerd en geven praktisch geen mogelijkheid ergens over te struikelen. De bijbehorende theoretische achtergrondinfornatie is eveneens streng gedoseerd, vooral niet meer dan op dat moment nodig is. Dat heeft als nadeel dat je pas, mogelijk te laat, over iets geïnformeerd wordt wat je toch wel graag eerder had willen weten; zo komt bijv. het antwoord op de vraag “wat te doen als je emaille in de oven morst” , te laat aan de orde.
Aan de hand van een 40-tal werkstukken, 22 miniprojecten en 18 projecten, wordt uitgewijd over het toepassen van droge en natte emaille waarbij het gebruik van stencils, plakplaatjes, millefiori en folies, de techniek van grisaille, sgraffitto, het “trekken” en van het emailleren van kleine 3 dimensionele vormen worden behandeld. Als metaal wordt uitsluitend koper gebruikt, van gestanste plaatjes tot zelf gemaakt repousséwerk van koperfolie aan toe! Wat opvalt is dat er bij al die praktijk oefeningen vrijwel nergens wordt gerept over dingen die bij het emailleren kunnen fout gaan, en dat zijn er heel wat, en dus ook niet over de wijze waarop je met dit soort fouten moet omgaan, wat de oorzaken kunnen zijn en hoe je ze kunt herstellen. Als de schrijfster dan al het advies geeft om het geëmailleerde voorwerp in een bakje met koud water te houden (!) om te weten of het voldoende is afgekoeld, dan moet er toch wel eens een stukje afspringen en wat dan, arme leerling ?
Verder nog nog een drietal kleine puur informatieve overzichten over het cloisonné-, champlevé-, plique à jour- en basse taille-email, dus zonder werkstukken.
De tekst is ruim voorzien van foto’s, helaas niet van al te beste kwaliteit. Bij het vervaardigen gold blijkbaar als motto: wat groot is wordt klein afgebeeld en wat klein is nog kleiner. Storend is ook dat de afbeeldingen niet synchroon lopen met de behandelde onderwerpen. Vijftien pagina’s zijn gewijd aan fraaie emailles van Britse kunstenaars, misschien wel als voorbeelden voor later. Een lijst met bruikbare adressen en een korte index sluiten het boek af.
Wat mij bijzonder heeft geraakt is, dat uit dit gehele boek de grote passie van de schrijfster voor het medium email spreekt, weliswaar niet als zodanig expliciet verwoord, maar heel goed tussen de regels leesbaar. Ongetwijfeld heeft dit op de gebruiker van het boek een positieve invloed.

Conclusie
Is het boek een aanwinst, verdient het een plaats tussen al die andere “lesboeken”?. Zeker wel, maar mijn voorkeur heeft het niet. De instructies zijn helder, de werkstukken van waarde bij het leren emailleren, maar het laat zo weinig ruimte, spreekt nooit over teleurstellingen, behandelt een keur aan technieken zelfs het niet eenvoudige email-repoussé, maar memoreert slechts het email-cloisonné. Ook de bewering, gedaan op pagina 9, dat er ook voor de gevestigde emailleurs veel bruikbare ideeën te vinden zijn, wordt bijna niet waargemaakt. Ik heb ze althans niet gevonden.

april 2003
Walther Carpaij

ENAMELING WITH PROFESSIONALS (2002)

Your Subtitle Goes Here
C

Lilyan Bachrach
ISBN: 0-9719252-0-8
Uitgever: Eigen uitgave, Worcester, USA
(Engels)
Samenvatting:
Inleiding
Vanaf het allereerste begin van dit boek is het duidelijk dat de schrijfster zowel haar vak volledig beheerst alsook dat zij weet hoe deze kennis over te dragen. De talloze workshops die zij gegeven heeft, zijn daar vanzelfsprekend debet aan.In de algemene, maar wel persoonlijk getinte, inleiding wordt over de bijdragen van de andere 24 emailleurs gezegd dat dit even zo vele workshops zijn, waarbij de techniek van het emailleren voorop staat. Een beheersing van deze techniek is een voorwaarde om in staat te zijn jezelf artistiek te ontplooien.

Bespreking
Het boek begint met een “emailleurs-woordenlijst” die exact alle vaktermen, gebruikt bij het emailleren, verklaart. Niet alfabetisch, maar, zeer praktisch, in de chronologische volgorde van alle vereiste handelingen bij het vervaardigen van een emaille.
Vervolgens een hoofdstuk over de inrichting van haar eigen werkplaats, aan de hand waarvan adviezen worden gegeven hoe je je eigen atelier in kunt richten.
De metalen bruikbaar om te emailleren komen eveneens aan bod, o.a. met een zeer lezenswaardig artikel van Stuart Grieg over het gebruik van goudlegeringen.
Het emaille zelf en alle gereedschap dat nodig is om het te kunnen toepassen, krijgt uiteraard voldoende aandacht. De fabricage van emaille wordt door Woodrow Carpenter besproken.
In een korte, maar goede inleiding voor beginners, komen de gebruikelijke technieken aan bod en worden twee werkstukken gemaakt. Het feit dat de schrijfster steeds uitlegt waarom zij een bepaalde methode hanteert heeft mij bijzonder aangesproken. Maar een gedetailleerde cursus voor beginners. is het zeer zeker niet.

Daarna begint “het echte werk”. Ik had mijn twijfels, maar ik heb toch besloten om alle auteurs hier te vermelden, met de door hun beschreven techniek. Dat maakt misschien de keuze voor dit boek iets gemakkelijker?
Nog een opmerking vooraf. Elke bijdrage bestaat uit een tekst en een foto van het desbetreffende emaille, maar deze staan helaas niet bij elkaar. Bij de foto wordt wel het juiste paginanummer vermeld, maar andersom niet, dus heb ik heel wat moeten bladeren.

Lilyan Bachrach Schildersemaille
Sandra. E. Bradshaw Russische soldeertechniek bij plique-à-jour
Linda Crawford Cloisonné op kralen van fijnzilver
P. Alexa Foley Emailleren op sterling zilver
Edward J. Friedman Goudlegeringen, champlevé en basse-taille
Susan Demski/ Falcher Fusager Cloisonnédraad van goud op fijnzilver
Jenny Gore Sjablonen en emaille-aquarelverven
Marianne Hunter Folies van fijnzilver en fijngoud
June E. Jasen Transfers en keramische potloden
Jean Foster Jenkins Grote emailles in mozaïektechniek
John Killmaster Emaillepastels en aquarelverven op staal en ijzer
Audrey Komrad Champlevé in koper met behulp van ferrichloride
Ora K. Kuller Portret met emaille-aquarelverven
Deborah Lozier Emailleren met de vlam
Sarah Perkins Vormen van vaatwerk
Merry-Lee Rae Fijngoudcloisonné op fijnzilver
June Schwarcz Emaille op vaatwerk vervaardigd middels galvanoplastiek (electroforming)
Marian Slepian Grote cloisonné- panelen van koper
Judy Stone Het aanbrengen van lagen op een sgrafitto basis van vloeibaar email
Monica Szabados Miniatuur schilderijen voor sieraden
Joann Tanzer Zeefdruk m.b.v. Risso Screen (thermoscreen)
Joseph Tripetti Cloisonné op ijzer
Jean Vormelker Emailleren op fijnzilver PMC
Phyllis Wallen Het gebruik van vloeibare flux als afdekking bij het etsen voor basse-taille
Ginny Whitley Sieraden met opaak cloisonné

Conclusie
Mij ontbreekt ten enen male de kennis om over alles wat in dit gedeelte van het boek geschreven staat een deskundig oordeel te geven. Dat kan ik wel doen over de beschrijving van technieken die gebruikt kunnen worden bij het vervaardigen van sieraden en kleine objecten, en dat zijn er, gelukkig, niet weinig. Als de rest hetzelfde nivo heeft, en ik dat mag eigenlijk wel veronderstellen, dan kan dit boek voor vele emailleurs een aanwinst betekenen, al blijft het natuurlijk de vraag of men bereid is dit boek aan te schaffen als er slechts voor één techniek belangstelling bestaat.

Rest mij nog te zeggen dat dit boek beschikt over een gedetailleerde index, een zéér korte bibliografie, en enkele bladzijden met nuttige adressen.

april 2003
Walther Carpaij

GESTALTEN MIT EMAIL. TECHNIKEN, MOTIVE, IDEEN (1991)

Your Subtitle Goes Here
C

Gertrud Rittman-Fischer
ISBN: 3-7667-1014-1
Uitgever: Georg D.W. Callwy GmbH & CO., München
(Duits)

RUSSIAN ENAMEL (1996)

Your Subtitle Goes Here
C

Andrei Gilodo
ISBN: 5-7460-0003-5
Uitgever: Beresta, Moscow
(Engels)

THE ART OF ENAMELING (1969)

Your Subtitle Goes Here
C

Margaret Seeler
Uitgever: Van Nostrand Reinhold Company, USA
128pagina’s
(Engels)
Samenvatting:
Inleiding
Onlangs kwam ik in het bezit van het eerste boek geschreven door Margaret Seeler, “The Art of Enameling” met als subtitel : How To Shape Precious Metal and Decorate it with Cloisonné, Champlevé, Plique-à- Jour, Mercury Gilding and Other Fine Techniques.Haar tweede boek “Enamel Medium for fine Art”, uit 1997, door Ellen Goldman zeer positief besproken, had ook op mij destijds zeer veel indruk gemaakt -en doet dat nog steeds-, de reden waarom ik veel moeite heb gedaan en dan ook vrij lange tijd bezig ben geweest om, tegen een acceptabel bedrag, een in goede staat verkerend gebruikt exemplaar te vinden.

Laat ik deze bespreking maar eens, voor de verandering, beginnen een gedeelte van de tekst op de omslag, ietwat vrij vertaald, weer te geven:
“Dit gezaghebbende en fraai geïllustreerde boek is een openbaring zowel voor de professionele kunstenaar als ook voor de amateur. Bent U beroeps, dan kunt U nog veel opsteken van het grote aantal geavanceerde technieken die door de schrijfster, in de loop van haar werkzame leven als kunstenaar en docente, zijn geperfectioneerd. Bent U daarentegen een amateur, dan is het, dank zij dit boek, wellicht de eerste keer dat U kennis maakt met een wijze van ontwerpen, van vorm geven aan metalen en van emailleren, waardoor U in staat zult zijn echte kunstvoorwerpen te maken, die ver uitsteken boven de gebruikelijke kleine geëmailleerde schaaltjes, asbakken en andere voorwerpen die men meestal aantreft in het doorsnee amateur-atelier…….”

Deze woorden laten aan duidelijkheid helemaal niets te wensen over, maar dan komt bij mij onmiddellijk de vraag op of de inhoud een dergelijke tekst rechtvaardigt, en ga je uiteraard nog eens extra met kritische ogen naar de inhoud kijken.

Beoordeling
Het boek is zeer traditioneel opgebouwd. Na een korte algemene inleiding komen achtereenvolgens de gebruikelijke emailleertechnieken aan bod, maar dan wel, en dat vanaf het begin tot het einde toe, op een dergelijk hoog nivo dat ik daarom dit boek moeilijk kan zien als een praktische handleiding bestemd voor de beginnende emailleur. In tegendeel, ook ervaren emailleurs zullen letterlijk hun handen vol hebben aan het maken van sommige van de beschreven werkstukken, zoals bijv. het maken van een emaille gecombineerd met de granulatietechniek.
Gelukkig wordt de tekst overal ruim voldoende toegelicht door zeer fraaie, duidelijke werktekeningen en afbeeldingen.
Steeds weer wordt hier het uiterste van de leerling gevergd, zowel bij het ontwerpen, het bewerken van het gebruikte metaal, het emailleren alsook het afwerken.
Soms gaat mij deze drang tot perfectie wel eens te ver. Zoals bijv. bij de beschrijving van een door de schrijfster vervaardigd kruis. Dat het emailleren de nodige aandacht krijgt, dat kun je niet anders verwachten, maar dat ook de vaklieden voor het tin- en houtwerk zéér uitvoerig de door hun gevolgde werkwijze uit de doeken doen, zeer instructief, dat wel, maar voor mij teveel van het goede.
Tot mijn grote verrassing vond ik ook nog een zeer uitvoerige handleiding voor het vuurvergulden, waarbij gebruik wordt gemaakt van goudamalgaam!
Een techniek die in Nederland, vanwege de grote risico’s voor de gezondheid, alleen in daarvoor aangewezen bedrijven mag worden gebruikt. Wat zij over deze methode zegt, is ontegenzeggelijk waar: het is een techniek van vergulden die het fraaiste resultaat oplevert.
Aan het eind van het boek komt het emaille uit de middeleeuwen ook nog ter sprake, met name het Byzantijnse cloisonné. Zij heeft een grote belangstelling voor de wijze waarop dit zou zijn vervaardigd en spreekt hier vermoedens uit over deze werkwijze. ( In haar tweede boek worden deze volledig bevestigd, zij had nl. toestemming gekregen om een dergelijk werkstuk wetenschappelijk te mogen onderzoeken.)
Besloten wordt met een appendix waarin o.m. aandacht voor het chemisch etsen van metalen, het overbrengen van tekeningen op metaal en met aanwijzingen voor het repareren van emailles. Er is een goed bruikbare index, maar helaas geen bibliografie.

Conclusie
Het boek maakt de, in het begin van deze bespreking, geciteerde tekst meer dan waar, bovendien is het mij nu ook duidelijk geworden waarom bezitters van dit zeer aanbevolen standaardwerk, hiervan geen afstand willen doen.

Walther Carpaij

THE ART OF FINE ENAMELING (2002)

Your Subtitle Goes Here
C

Karen L. Cohen
ISBN: 0-8069-7869-4
Uitgever: Sterling Publ. Co., Inc., New York, USA
(Engels)
Samenvatting:
Inleiding
Meestal geef ik pas aan het eind van een bespreking mijn mening over het boek, maar hier moet ik toch wel een uitzondering maken en direct met de deur in huis vallen: wat is dit een prachtige uitgave!
Vanaf het begin heeft het een dusdanig hoog niveau, dat je je afvraagt of dit wel gehandhaafd kan blijven tot het einde toe, maar dit blijkt echt te kunnen.

Evaluatie
De schrijfster zelf, hanteert een duidelijke instructieve schrijfstijl, helder, met een logische benadering van de diverse problemen. In het begin bijv. staat een overzicht van de verschillende emailletechnieken, een genot om te lezen, zo to the point. Hetzelfde geldt voor de inleiding tot de techniek van het emailleren zelf. Er wordt niets vergeten, alles staat op de goede plaats, de afbeeldingen lopen volmaakt synchroon met de tekst, zijn duidelijk en instructief, de eventuele vragen die zouden kunnen opkomen, worden prompt beantwoord, kortom, het kan niet beter. Toch moet mij hier wel iets van het hart: Aloë is een bruikbaar geneesmiddel, maar naar mijn mening niet als directe hulp bij verbrandingen. Mijn advies is en blijft: ten minste 10 minuten afkoelen in koud water en verdere behandeling naargelang de ernst van het letsel.

Karen L. Cohen heeft aan 19 emaillekunstenaars gevraagd een bijdrage te leveren, waarin een bepaalde techniek diende te worden behandeld. Ondanks de enorme verscheidenheid in deze, is het opvallend, dat hier de hand van de auteur en/of de redacteur duidelijk te bespeuren valt: zij volgen zonder uitzondering dezelfde werkwijze en staan stuk voor stuk op hetzelfde hoge peil.
Iedere bijdrage begint met een foto , een aantal afbeeldingen van het eigen werk en enkele bijzonderheden over de betrokken kunstenaar. Daarna volgt de zeer duidelijke handleiding bij het maken van een werkstuk waarin dan de specifieke techniek aan de orde komt.
De hiervoor benodigde materialen, het vereiste gereedschap en de technieken die men moet beheersen staan iedere keer vermeld, vooral dat laatste kan ongetwijfeld teleurstellingen voorkomen.
De bewerking van het gebruikte metaal komt op de eerste plaats, dan wordt de emailleertechniek besproken , waarna de afwerking volgt. Dat alles in duidelijke, genummerde, stappen, waarbij steeds wordt verwezen naar toelichtende foto’s en/of tekeningen. Een enkele keer zijn de te gebruiken emailles nauwkeurig gespecificeerd, maar meestal worden alleen de kleuren vermeld.
De namen van de kunstenaars zijn niet vreemd voor diegenen die het tijdschrift Glass On Metal plegen te lezen, enkele hebben ook meegewerkt aan het boek van Lilyan Bachrach, maar hun wijze van presenteren is hier stukken beter!

Hoofdstukken – Hier volgt een overzicht van de behandelde technieken en de desbetreffende kunstenaars:

Champlevé panel Katharine Wood
Cloisonné brooch Karen L. Cohen
Decals and application of other embellishments j.j. jasen
Fusion Inlay under enamel Charles Lewton-Brain
Ginbari foil embossing Coral Shaffer
Grisaille D.X. Ross
Limoges paintings with enamels Ora Kuller
Liquid enamel and glass ball additives Judy Stone
Minimal firing enamelling Averill Shepps
Mounting enamels Marian Slepian
Plique à jour pierced heart pendant Diana Almeyda
Raku-fired bowl Jean Tudor
Separation enamelling Tom Ellis
Sgraffito plate and stenciled tile Sally Wright
Silk screen for enamelling Ute Conrad
Stone setting within an enamel Dee Fontans
Torch-altered metal with cheesecloth stencil Roxane Riva
Torch fired beads Aileen Geddes
Vessel forms, how to succesfully enamel vertical surfaces Sara Perkins

 

Verspreid over het boek staan ook nog eens een aantal “Photo Galleries” met zeer fraaie foto’s van een 50- tal andere emaillekunstenaars. Helaas worden hier, op enkele uitzonderingen na, de afmetingen van de afgebeelde voorwerpen niet vermeld.
De behandeling van fouten en andere onverwachte tekortkomingen in het emaille, krijgen op een 4-tal pagina’s ruimschoots en deskundig aandacht. Terecht wordt gewezen op de noodzaak het emailleoppervlak iedere keer na een mechanische bewerking, met behulp van een glasvezelborstel grondig te reinigen. Het advies om daarna ook nog eens gebruik te maken van het ulrtasoon reinigingsapparaat heb ik hier echter node gemist. Het boek besluit met o.m. een beknopte biografie en een matig bruikbare index.

Conclusie
Mijn advies zal U niet verbazen: wacht niet langer, schaf dit boek aan, U zult er geen seconde spijt van hebben.

april 2003
Walther Carpaij

THE ENAMELIST (1991)

Your Subtitle Goes Here
C
Kenneth F. Bates
ISBN: 0-933847-08-4
Uitgever: Wooden Porch Books, Rt. 1, Box 262, Middlebourne, WV 26149, USA
(Engels)
Samenvatting:
Over de auteur
Tijdens mijn verdere zoektocht naar een goed lesboek over emaille kreeg ik ook twee boeken onder ogen, geschreven door de Amerikaanse emailleur Kenneth F. Bates. Laat ik eerst aandacht schenken aan de auteur. Vooral bij trouwe lezers van het tijdschrift van The Enamelist Society, Glass on Metal, zal zijn naam niet onbekend zijn. Zijn overlijden in mei 1994, hij werd exact 90 jaar, werd niet alleen in de USA diep betreurd. Hij immers was degene die het gebruik van emaille in Amerika weer de plaats had gegeven die het toekwam tussen al de andere vormen van kunst. Hij volgde ook hierbij in de lespraktijk een duidelijke lijn: voor de aanvang van een emailleworkshop werd het alle deelnemers duidelijk gemaakt dat iedereen die hier met de bedoeling kwam om metalen asbakken of luciferdoosjes van een emaillelaag te voorzien, beter maar direct kon vertrekken! Het zelf ontwerpen van een emaille stond bij hem op een zeer belangrijke plaats. Hij was niet alleen een emailleur die talloze prijzen in de wacht sleepte, maar ook als ontwerper stond hij hoog aangeschreven. Mel Someroski noemde hem in een in memoriam ‘The Great One’ vanwege zijn enorm grote verdiensten voor de emaillekunst. Hij exposeerde in meer dan 100 musea, zijn werk is vertegenwoordigd in ettelijke grote musea en in talrijke particuliere collecties. Hij ontving voor zijn werk 36 prijzen, doceerde van ’27 tot ’68 aan het Cleveland Institute of Art emaillekunst en gaf ontelbare workshops. Daarenboven doceerde hij ook nog gedurende 43 jaren het vak ontwerpen! In dit lange arbeidzame leven, heeft hij talloze leerlingen het emaille leren gebruiken als middel om op een heel eigen wijze scheppend bezig te zijn. Hij was als zodanig zeer geliefd en de band tussen leraar en leerling bleef meestal nog zeer lang na de opleiding bestaan. In de GOM van oktober ’94 werd, als nagedachtenis, een toespraak herdrukt die K.F. Bates in ’87 tijdens het eerste congres van The Enamelist Society heeft uitgesproken. Ik kan iedereen met belangstelling voor het medium emaille aanraden deze voordracht te lezen. De Titel? ‘Career or Hobby’! Een intrigerend, ook in onze vereniging niet geheel onbekend onderwerp. Ik ga hier niet verder in op de originele wijze waarop dit item wordt benaderd: nogmaals, ieder leze het zelf.

Bespreking
Nu terug naar de door hem geschreven emailleboeken. In 1951 verscheen ‘Enameling: Principles and Practice’, gevolgd door ‘The Enamelist, a comprehensive study of advanced enameling techniques‘, gepubliceerd in 1967. Beide boeken blinken uit door een duidelijke schrijfstijl, met een duidelijke systematiek van begin tot eind. Het is duidelijk de taal van iemand die in zijn werk als docent geleerd heeft waar zich de voetangels en klemmen bevinden voor diegenen die zo graag willen leren emailleren. Behandelt het eerstgenoemde boek uitsluitend en alleen de grondbeginselen van het emailleren, het tweede boek is veel en veel uitvoeriger in de bespreking van de verschillende technieken, waarbij de auteur weer zo duidelijk aangeeft waar zich problemen kunnen voordoen met praktische aanwijzingen deze te voorkomen of te verhelpen. Bovendien staan er zeer bruikbare instructies in voor diegenen die zelf emaillelessen willen geven en is veel aandacht besteed aan het ontwerpen. Vooral in dit laatste schieten veel emaille-lesboeken m.i. duidelijk te kort. Helaas bleken beide boeken uitverkocht en ondanks heel veel moeite heb ik ze nergens meer kunnen vinden. Gelukkig was ik in staat deze boeken diverse malen te lenen van vrienden emailleurs die weliswaar zelf niet meer emailleren, maar ze toch niet willen missen, begrijpelijk. Op het recente lijstje van uitgaven die bij Ellen Goldman konden worden besteld stond, tot mijn verbazing en vreugde, het tweede boek te koop aangeboden. Dus dat werd meteen besteld. Het blijkt een heruitgave in vereenvoudigde vorm te zijn waardoor alle oorspronkelijke afbeeldingen in kleur nu in zwart-wit zijn weergegeven, maar de tekst is gelukkig volledig ongewijzigd gebleven. Een echte aanrader.

Walther Carpaij

THE ART OF ENAMELING, TECHNIQUES, PROJECTS, INSPIRATION (2004)

Your Subtitle Goes Here
C
Linda Darty
ISBN: 1-57990-507-2
Uitgever: Lark Books New York, USA
176 pagina’s
(Engels)
Samenvatting:
Korte omschrijving (bespreking volgt)
In dit recent uitgegeven boek worden vele technieken en mogelijkheden met emaille op een boeiende wijze beschreven en getoond. Het boek bevat vele kleurenfoto’s en heldere beschrijvingen van methodes. De vormgeving is eigentijds en is een prima handleiding voor hen die geïnspireerd willen worden. Met name edelsmeden zullen veel aan dit boek hebben.

With this lavish introduction to the centuries-old art of enameling, even beginners can effortlessly create imaginative designs. Written with clarity and passion by a leader in the field, This book covers all the popular techniques, the fundamentals of setting up a studio, and 14 fabulous projects. The various methods covered include everything from traditional Cloisonne, Champleve, and Plique a Jour to experimental techniques such as firing enamel onto mesh forms. The author lives in Greenville, NC. 8 1/2 X 10. all in color

Christine van der Ree

THOMPSON ENAMEL WORKBOOK (1997)

Your Subtitle Goes Here
C

Tom Ellis, Contributing writers Woodrow Carpenter, Bill Helwig, Tom Ellis
Uitgever: Thompson Enamel Inc., 650 Colfax Ave., Bellevue, KY 41073, USA
(Engels)

Emaille, Vakliteratuur Edelsmeden / Enamel, Goldsmith's Professional

Your Subtitle Goes Here
3

Felicia Liban, Louise Mitchell
ISBN: 0-486-25971-4
Uitgever: Dover Publications, Inc. Mineola, N.T. 11501
(Engels)

CLOISONNÉ ENAMELING AND JEWELRY MAKING (1989)

Your Subtitle Goes Here
C
Felicia Liban, Louise Mitchell
ISBN: 0-486-25971-4
Uitgever: Dover Publications, Inc. Mineola, N.T. 11501
(Engels)

ENAMELLING ON PRECIOUS METALS (UITGAVE 2002)

Your Subtitle Goes Here
C

Jeanne Werge-Hartley
ISBN: 1-86126-506-9
Uitgever: The Crowood Press Ltd, Marlborough, Wiltshire SN8 2HR, United Kingdom
(Engels)
Samenvatting:
Inleiding
Enamelling on Precious Metals is een prachtig verzorgd boek, mooi gebonden en voorzien van een groot aantal, helaas niet altijd goed verzorgde en instructieve afbeeldingen.Alhoewel ik geen kenner van de Britse literatuur ben, vind ik het goed en boeiend geschreven, het heeft mij steeds bij de les gehouden. De schrijfster is niet willen voorbijgaan aan het feit dat er natuurlijk elders op de wereld ook verdienstelijk kan worden geëmailleerd, maar dat valt buiten het kader van dit boek, hier gaat het uitsluitend om het emailleren zoals dit in het Verenigd Koninkrijk gebeurt. Deze keuze wordt verder niet gemotiveerd. Het boek valt duidelijk uiteen in twee onderdelen, het technische en het biografische. Daar is in principe niets mis mee, mits het maar op een goede manier gebeurt. In totaal zijn er 10 hoofdstukken met als onderwerpen, met verspreid over de tekst kleine, duidelijke op een blauwe achtergrond gedrukte technische bijzonderheden en aanwijzingen.

  • Emailleren sinds de negentiende eeuw, met een relaas over het ontstaan van de Guild of Craft Enamellers en de British Society of Enamellers, en over het oprichten van de Gallery Studio Fusion.
  • Emails, met speciale aandacht voor de Thompson emailles en de kleuren rood en rose. Ook het gebruik van de oven komt aan de orde en de techniek van het contra-emailleren.
  • Edele metalen voor het emailleren, zoals goud, zilver, hun belangrijkste legeringen, en platina. Gelukkig wordt er zeer veel aandacht besteed aan een voor edelsmeden zeer interessante legering 1715 (Hardenable Silver Alloy), Precious Metal Clay (dat later nog een eigen hoofdstuk zal krijgen), en aan gegoten zilver. Solderen en afwerking worden eveneens in voldoende mate besproken. Helaas zijn de kleurenfoto’s van de proefplaatjes van onvoldoende kwaliteit, de presentatie verwarrend en is de keuze van de gebruikte soorten emailles niet toegelicht. Of je nu platina wel of niet kunt emailleren is mij nu nog niet duidelijk geworden.
  • Champlevé. Een meer dan voortreffelijk volledig overzicht van deze techniek, met onder meer chemisch en galvanisch etsen, het gebruik van zelfgemaakte persvormen en de moderne technieken van het overbrengen van ontwerpen op het metaal. Ook het aanverwante basse taille vindt hier voldoende aandacht.
  • Cloisonné. Hiervoor geldt hetzelfde als voor het vorige hoofdstuk.
  • Plique à jour. Zie 4 en 5.
  • Andere technieken. Korte maar heldere besprekingen van het Limoges emaille, grisaille, ronde bosse, email en resille sur verre en pate de verre. Het gebruik van folie en lusters krijgt aandacht evenals de raku-techniek.(Ik heb altijd gedacht dat dit laatste alleen in de keramiektechniek gebruikt werd!)
  • Emailleren op gebogen oppervlakken. Natuurlijk is dit al ter sprake gekomen bij het cloisonné en champlevé maar hier gaat het in bijzonder over emailleren van kralen, ronde hangers, fluitjes (!) en ringen en de afwerking daarvan. Aardige aanvullende informatie.
  • Precious Metal Clay. Een uitvoerige handleiding voor liefhebbers , experimenteerders en mensen die nu eens iets geheel anders willen.
  • De 15 korte tot zeer korte biografieën van een 15 tal Britse emailleurs: R. Ball, Ph. Barnes, K.H. Baykov, D. Cockrell, M. Edgar, J. Mackarell, S. Macrae, S. Mcdonald, J. Moore, A. Rapael, R. Rich, R. Rushy, A. Smith, D. White en S. Wilson, zijn zeer informatief en vergezeld van prachtige illustraties. Soms wordt ook nog eens ingegaan op de voor de betreffende kunstenaars specifieke techniek. Dit onderdeel van het boek is een passende aanvulling op het technische gedeelte, maar niet altijd passend bij het technische gedeelte.

Afgesloten wordt dit boek met een bibliografie, technische informatie en een aantal bruikbare adressen van o.a. organisaties etc.

Evaluatie

Het boek mag, gezien het onderwerp, uniek genoemd worden en heeft zeker de potentie een standaardwerk te worden. In de huidige uitvoerig is het echter nog niet zover. Ten eerste , het ontbreken van een goed bruikbare index, een dergelijk manco doet ernstig afbreuk aan de waarde ! Het boek van de plank halen om te kijken “waar stond wat en hoe was het ook weer?”, is helaas niet mogelijk. * Ten tweede, de biografieën verdienen in dit boek een eigen plaats en niet verspreid in het technische gedeelte, dat komt de praktische bruikbaarheid van het boek zeer ten goede. Ten derde, een boek van dit nivo verdient een betere bibliografie en vermelding van tijdschriften. Het feit dat er boeken vanuit de USA worden vermeld geeft aan dat hier wel over de grenzen van het Verenigd Koninkrijk heen gekeken wordt, waarom dan niet meer literatuur, bijv. uit Europa? * Inmiddels is gebleken dat het hier om een drukfout gaat. Uitgeverij Crowood stuurt op verzoek een losse index toe. Dat gaat gemakkelijk via een e-mail naar Julie Sankey, Sales Office.

Conclusie

Resumerend kan ik dan ook zeggen dat dit boek van Jeanne Werge-Hartley absoluut een plaats in de boekenkast van emaillerende edelsmeden verdient, maar ook voor de liefhebber is het, juist door de talrijke fraaie illustraties een begerenswaardig bezit.

Walther Carpaij

FARBE AUS DEM FEUER(UITGAVE 1998)

Your Subtitle Goes Here
C

Angelika Simon-Rössler
Uitgever: Röhle-Diebener Verlag, Stuttgart
(Wolfschlugener Straße 5A, 70597 Stuttgart, Duitsland.
Tel. 00-49-711 / 97 66 70, fax 00-49-711 / 9 76 67 49)
(Duits)
Samenvatting:
Oorsprong
Onlangs verscheen bij de uitgever Rühle-Diebener, Stuttgart, een lesboek over emaille, met als titel “Farbe aus dem Feuer”, geschreven door Angelika Simon-Rössler. Voor de regelmatige lezers van het tijdschrift “Die Gold- und Uhrmacher-Zeitung” (GZ) zal de inhoud van dit boek wel erg bekend voorkomen. De auteur schreef immers gedurende bijna twee jaren maandelijks een aflevering over het werken met emaille, vanzelfsprekend volledig gericht op de praktijk van de goud- en zilversmid. Dit onderwerp was haar wel toevertrouwd omdat zij al jaren met veel succes de cursussen emailleren geeft aan het Fortbildungszentrum te Ahlen.

Algemeen
In een eerdere nieuwsbrief heb ik mij al eens zeer lovend over deze serie uitgelaten en het stemt mij dan ook tot grote tevredenheid dat de uitgever deze reeks artikelen nu ook als boek laat verschijnen in hun eigen serie uitgaven die handelen over steeds een ander technische aspect van het goudsmidsvak. Het boek is niet in de reguliere boekhandel verkrijgbaar, heeft geen ISBN nummer en is dus alleen bij de uitgever te bestellen. (U kunt zich de overschrijvingskosten besparen door betaling via een creditcard!)

Beoordeling
Om meteen maar met de deur in huis te vallen: het is een van de allerbeste praktijkboeken over het emailleren van sieraden en kleine voorwerpen, dat ik de laatste jaren heb gelezen, het steekt zelfs het boek van K. Bates “The Enamelist” naar de kroon en dat is voorwaar geen geringe prestatie Na een lezenswaardige inleiding over de geschiedenis van de emaillekunst van de hand van Dr. Thiele (ook al verschenen in de GZ), neemt de auteur de lezer mee in de wereld van het emaille en zorgt ervoor dat verdwalen onmogelijk wordt. Alles wat aan kennis nodig is om, ik mag wel zeggen, perfect te leren emailleren, komt aan bod maar is wel volledig toegesneden op de dagelijkse praktijk van de goud- en in mindere mate, de zilversmid. Dit bekent vanzelfsprekend dat de methoden zoals deze worden gebruikt voor het grotere emaillewerk absoluut niet ter sprake komen. De tekst wordt, zeker bij de behandeling van de verschillende emailletechnieken, op uitstekende wijze aangevuld en verduidelijkt met prachtige kleurenfoto’s die, jammer genoeg als gevolg van het boekformaat, wat kleiner zijn uitgevallen dan de oorspronkelijke in GZ. Toch heb ik een drietal opmerkingen, geen boek immers is volmaakt, ook dit niet.

  • Ik mis een goede lay-out van een emaillewerkplaats, uit eigen ervaring weet ik dat adviezen inzake de inrichting van een werkplaats nog al eens worden gevraagd.
  • Een meer uitgebreide bibliografie zou hier wel op zijn plaats zijn geweest.
  • Een lijst met vermelding van leveranciers van emailleleerbenodigdheden wordt node gemist, ook hier is naar mijn ervaring grote behoefte aan. De afwezigheid hiervan bevreemdt mij des te meer omdat deze tijdens de bovengenoemd cursussen wel wordt verstrekt, juist omdat de vraag naar deze informatie zo groot bleek te zijn!

Desondanks een boek dat ongetwijfeld zijn weg zal weten te vinden.

Walther Carpaij