Handgeschilderde miniatuur-portretten
Handgeschilderde miniatuur-portretten in transparant emaille
Vertaling Hannah Loeks – Laren NH
Kunsthistorici beschrijven het proces van emailleren als volgt:
“… traag, nauwgezet en gevoelig voor onherstelbare fouten, maar het resulteert in permanente en schitterende kleuren die niet in de loop der tijden verbleken.”
Dus wat is er zo aantrekkelijk aan deze vorm van schilderen? In een poging om het wezen van het model uit te beelden speel ik een spel van “natte vingerwerk”
Ieder stuk wordt in de oven tussen de twaalf en dertig keer gebrand. Stap voor stap kan het resultaat zekergesteld worden, doch één verkeerde handeling in het controleren van de techniek kan tot een ramp leiden. Bijvoorbeeld de zijdeglans van het beschilderde glazen oppervlak zorgt voor de transparante kwaliteit van de menselijke huid, en omdat de verf alleen hecht nadat het gebrand is draagt iedere penseelstreek bij aan de spontaniteit en levendigheid van het portret. Maar het bereiken van dit effect vergt een uiterste controle, vooral bij het branden. Wanneer de emaille onvoldoende gebrand is zit de verf aan de oppervlakte (en kan nogmaals gebrand worden), maar wanneer het teveel gebrand is kan een detail weggebrand zijn en dan krijgen de roze tinten een grijze kleur die niet hersteld kan worden. Om een miniatuurtje in de oven te branden heb je een paar minuten nodig maar wanneer de emaille teveel gebrand is, is alles in enkele seconden geruïneerd. Concentratie en geduld zijn twee essentiële deugden om deze technieken te beheersen; daarnaast goede ogen, een vaste hand en een lichte streek.
Alle kleuren emaille (zelfs rood) worden in één keer aangebracht in een zeer dun laagje, hetgeen misschien wel verscheidene dagen van schilderen in beslag neemt. Dan wordt het emaille in de oven gebrand op ongeveer 750 °C om de emaille op de basis te laten vastsmelten. Het meest fascinerende deel van het branden is het moment dat de hitte de kleuren tevoorschijn doet komen (later meer over dit proces). In het begin is er een klein beetje kleur te zien wanneer het portretje zich voorzichtig laat zien onder het puntje van het penseel, maar wanneer de opeenvolgende lagen worden opgebouwd komt geleidelijk de driedimensionale kwaliteit van het portret tevoorschijn.
Ieder detail in het miniatuurtje moet volledig tot zijn recht komen. Het kleinste miniatuur dat ik ooit gemaakt heb was een stel manchetknopen, 5 mm van de bovenkant van de cap tot de onderkant van de kin, met de afbeelding van Michael Schumacher. Ik had een microscoop nodig om pupillen in de ogen op de goede plaats te zetten. Om in het Verenigd Koninkrijk als een miniatuurtje gekwalificeerd te worden mag de afmeting van het hoofd niet groter zijn dan 38 mm, en natuurlijk wordt de grootte van het miniatuurtje ook bepaald door de mogelijkheden van de oven. Tot nu toe is mijn grootste stuk 80 mm bij 140 mm (op 18 karaat goud) geweest. Bij het gebruik van koper zijn er bepaalde beperkingen zoals Charles Boit ervoer, die, toen hij niet in staat was om “The Battle of Blenheim” te voltooien op een stuk koper van 66 bij 41 cm (waarvoor hij vooruit betaald was), in 1714 Engeland ontvluchtte en nooit meer terugkwam. Inderdaad een verhaal met een waarschuwing!
Soms word ik gevraagd een belangrijk olieverf-, waterverf- of “tempera”-schilderij te reproduceren. Het is zoveel aangenamer de kostuums te schilderen dan de T-shirts die men tegenwoordig prefereert. Waar de artiest tinten geel gebruikt heeft om goud voor te wenden, kan ik puur goud gebruiken in de vorm van folie, draad of emaillelak om goud aan te brengen in de plooi van de stof, of om kleine insignes op een baret te maken, of knopen, etc. Waterverf op perkament of ivoor verdwijnt vaak langzaam in de loop der tijden, en ik vind het fijn om de emailles in hun originele kleur te schilderen van vaak meer dan 400 jaar geleden, en het onderwerp weer in oude glorie te herstellen.
Veel van de stukken die ik tegenwoordig maak zijn samenwerkingsprojecten met graveurs, juweliers en lijstenmakers. Een voorbeeld hiervan is the Presidential Badge of Office for the Hilliard Society of Miniaturists. Omdat ik de enige ben in de Hilliard Society die emailleert, was het vanzelfsprekend dat ik degene was die voor deze opdracht gevraagd werd. Emaille is ideaal omdat het niet verbleekt en gemakkelijk is schoon te vegen na een bijzonder goed verenigingsdiner.
Zo, nu zal ik gaan vertellen hoe de Hilliard medaille met de hand werd vervaardigd volgens de methode die ik in Barcelona geleerd heb:
- De basis voor het emaille was koper, met een blikschaartje geknipt uit een dun plaatje (0,3 mm).
- Het koper was voorzichtig wat uitgebold. Wanneer je het vlak laat heeft het de neiging in de oven een schoteltje te worden na vele brandingen.
- Daarna werd het koper uitgegloeid in de oven om de spanning uit het metaal te halen.
- Vervolgens werd het koper in een zuurbad gelegd om metaaloxyden en vet te verwijderen.
- Na ong. 30 min. wordt het schone koper er met een pincet uitgehaald en voorzichtig geschuurd met zuiveringszout, en grondig gewassen in water.
- Intussen waren de emailles die als ondergrond gebruikt worden fijngemalen en gewassen om alle verontreiniging te verwijderen.
- Om het “doek” te emailleren wordt eerst flux op de koperbasis aangebracht, en tegelijkertijd de contra-emaille aangebracht. Voorts werden nog twee of drie lagen met Soyer Opal en weer een laagje natte contra-emaille aangebracht.
- Er wordt een reeks van 15 metaaloxyde emailleverven gebruikt. Iedere kleur wordt elke dag voor het gebruik aangemaakt fijngewreven in zuivere pijnboomolie. Pure alcohol wordt als oplosmiddel gebruikt. Het is heel belangrijk dat de te schilderen delen schoon zijn en stofvrij gehouden worden. Uit ergonomische overwegingen heb ik, nadat ik vroeger pijn in mijn nek had gekregen, gekozen om te werken met een verticaal staande ezel en een verstelbare kruk.
Ik vind het nog steeds betoverend om, nadat ik toch al meer dan 25 jaar met schilder-emailles werk, getuige te zijn van de dramatische effecten die het branden in de oven op de kleuren heeft. Vermiljoenrood wordt zwart en geel wordt bruin, waarbij het schilderij gedurende een paar hete momenten in een Victoriaanse sepia-prent verandert. Je moet rekening houden met de overheersende kleur, maar over het geheel genomen, indien de kleuren dun en voorzichtig opgebracht worden, betekent het dat de kleuren weer hun oorspronkelijke tint aannemen. De veranderende roodtinten moeten met zorg behandeld worden daar sommige niet goed mengen met wit, maar grijs worden. Ik gebruik cadmium-rood waardoor ik een klein beetje hard-wit meng, om de branding goed te doorstaan. - Het miniatuurtje werd op een keramisch driepootje gelegd; om het in de oven te leggen gebruikte ik een lange spatel. Het is ong. 3 min. lang gebrand, maar in dit geval is het zo niet belangrijk de klok nauwkeurig in de gaten te houden.
- Ik begon de compositie van het Hilliard portret in lijn op te zetten met behulp van papier, ingewreven met wit krijt op de reeds gemaakte emaille-basis. Overtollig krijt werd verwijderd.
- Met een fijn penseeltje verving ik de krijtlijn door emailleverf en brandde het werkstukje.
- Vervolgens werd de eerste laag emaille aangebracht om zorgvuldig de hoofdkenmerken aan te geven. De verf is olieachtig, droogt in een paar uur en hecht zich aan de basis bij een branding van ong. 750 °C.
- Een tweede laag werd zorgvuldig aangebracht om fouten te voorkomen die zich immers bij alle latere brandingen blijven wreken.
- Emaille is aangebracht en gebrand als opeenvolgende weefsellagen, alsof de zeven laagjes huid een voor een zijn opgebouwd. Ik houd ervan om nat-op-nat te werken, waarbij de verf dun wordt aangebracht op een bestaande olielaag. De tijd die de pijnboom-olie nodig heeft om te drogen sluit mooi aan bij mijn tempo van schilderen; wanneer het begint te drogen als een pastel dan maak ik er de fijnst mogelijke lijnen in om de details aan te geven. Langzaam komt het driedimensionale aspect van het portret te voorschijn. Iedere keer voor ik brand droog ik de emaille even in de opening van de oven om overtollige olie te laten verdwijnen. In dit stadium is alles zeer kwetsbaar en kan al het werk, aangebracht sinds de laatste branding, worden teniet gedaan.
- Na nog verscheidene brandingen werd met een pen goud-lak aangebracht om de knoopsgaten en het eikenblad op het insigne op de baret aan te geven, en werd de emaille gebrand op ong. 700 °C in de open oven. Tot slot werd het opschrift er op aangebracht met kalligrafeer-goud, dat op lage temperatuur gebrand moet worden.
Mijn eerste interesse in portretschilderen in emaille werd gewekt toen een vriend mij meenam naar de prachtige 18e eeuwse emaille portretten van de Wallace Collection in Londen. Hoe zou ik deze kwaliteit ooit kunnen namaken? Uiteindelijk ontdekte ik dat er nog steeds in deze traditionele technieken les werd gegeven in Barcelona. In 1990 volgde ik de emaille-opleiding (in het 5e jaar) op de Llotja School en studeerde miniatuur- emaille-schilderen gedurende 1 maand onder leiding van Andreú Vilasis en Nuria Lopez Ribalta. Ik had ook het enorme geluk om van Marie Angeles Cera de Derch de “puntjes op de i” van de techniek van het portret-schilderen te leren, welke zij gedurende meer dan 35 jaren had geperfectioneerd.
Bij het schilderen van een hedendaags portret wordt mij vaak gevraagd om onopvallend enkele veranderingen aan te brengen. Ik kan bijvoorbeeld een beetje schele blik rechtzetten in de wetenschap dat de persoon toch spoedig een operatie zal ondergaan. Zo wil ik ook graag mensen die zichzelf een beetje te dik vinden of er oververmoeid uitzien iets mooier weergeven. In dit opzicht heeft het portretschilderen een voordeel boven het fotograferen: wanneer het voor het nageslacht is waarom zou je dan niet iemand schilderen zoals hij eruit ziet op zijn beste dag?
Sommige portretten zijn meer “klant-gericht” dan andere, maar de meesten vinden het zo moeilijk om onder woorden te brengen hoe zij hun dierbaren zien, dat ik zelf een instinct ontwikkeld heb om aan te voelen hoe zij hen graag willen zien. Deze foto’s en het miniatuurtje van een 10-jarig meisje spreken voor zichzelf.
Tegenwoordig maken we zo veel opnamen, maar geen daarvan is ideaal, reden waarom ik vaak zelf de beste aspecten van een serie bijeen gaar en er een geheel van maak, zodat ik een afbeelding maak die nog niet bestaat. Er schuilt een gevaar in het getrouw copiëren van een foto, waarbij het voltooide portret nogal vlak kan zijn. Naast het bekijken van de eigen fotoverzameling van de cliënt maak ik, indien mogelijk, zowel mijn eigen foto’s als video-opnamen. Tegenwoordig hebben de mensen zelden tijd genoeg om voor een artiest te poseren en daarom biedt de camera uitkomst, omdat het model dan praktisch weer aanwezig is in de studio. Er zijn ook andere redenen waarom een model niet altijd aanwezig kan zijn; soms wordt het portret posthuum geschilderd of woont het model te ver weg. Ook wordt het soms als een verrassing gegeven.
Ik maak nauwkeurig aantekeningen wanneer ik werk, en ik ben van plan een keer een boek te schrijven of een video te maken over de technieken van het schilderen met emaille om mijn kennis met anderen te delen. Voorlopig wijd ik mij echter volledig aan het maken van miniatuur-emaille-portretjes zolang mijn ogen goed zijn, en daarom heb ik geen tijd over om les te geven. Mocht iemand geïnspireerd zijn om de uitdaging aan te gaan, troost je dan met de gedachte dat toen ik begon, nadat ik in 1977 een demonstratie had gezien tijdens een kunstmarkt, ik mezelf eerst 13 jaren alles heb moeten leren voordat ik hulp kreeg om me te specialiseren in hetgeen ik wilde: portretten maken. U zult veel fouten maken en er zullen “ongelukjes” gebeuren, maar volhouden wordt beloond. Mijn eerste poging, op de cursus in Barcelona, om een portretje van mijn nichtje als baby te maken, werd een ramp. Ik had de emailleverven niet goed chemisch samengesteld en daardoor kwam ze veel te roze uit de oven. Mijn Spaanse vrienden gaven haar de bijnaam “ijn kleine garnaal” Veel van mijn beste werk is pas bij de 2e poging geslaagd; al doende heb ik heel veel geleerd.
Degene die graag wil beginnen raad ik aan contact op te nemen met Diatherm & Ancillary Equipment (voorheen Vitrum Signum) (tel. +44-8524-9546). Men kan je de benodigde materialen leveren alsmede de reeks “Sunshine”-emaille verven. De meeste, goede, leveranciers van benodigdheden voor artiesten hebben penselen om miniatuurtjes te kunnen maken in voorraad. Ik gebruik Kolinsky sable series seven 0-0000. Ik raad ook een vertikaal-staande tafelezel aan om jezelf nekpijn te besparen.
Veel succes bij uw eigen pogingen!