(verslag van een lezing, gehouden in januari 1985 voor leden van de vereniging.)
Soorten emaille
Voor verschillende doeleinden en toepassingen worden verschillende soorten emaille gemaakt. Er is geen principieel verschil tussen de gewone industrie-emailles en de zg. kunstemailles. Verschillen liggen uitsluitend in soort en aantal toegevoegde grondstoffen. In alle gevallen gaat men uit van kwarts, kaoline, veldspaat en kalk. Deze vormen een kleurloos emaille. Toevoeging van metaaloxyden geeft de kleuren. (Er treedt bij deze toevoeging ook wat verlies van helderheid op.) Vroeger werden de transparante emailles allemaal gemaakt met loodzouten. Deze zijn nu verboden omdat ze gevaar opleveren voor de gezondheid. Dit is ook het geval met uraniumhoudende emailles. (Uranium oxyde geeft geel tot oranje kleuren.)
Tegenwoordig worden borax emailles gebruikt. Borax = natriumboraat. De kleuroxyden worden gelijk met de andere ingrediënten ingesmolten. Voor industrie-emailles wordt wat klei toegevoegd, als hulpmiddel bij het zwevend houden van de emaille-korrels in de containers. Hierbij ontstaat weer wat verlies van helderheid. Dit verlies is echter niet noemenswaard, want bij hoge temperatuur wordt ook klei helder, glasachtig. Dit gebeurt bij circa 1150 °C, een temperatuur die door de toevoeging van wat potas of soda weer wat omlaag wordt gebracht.
Kleuren van emaille. De volgende oxyden geven de volgende kleuren:
kobalt | blauw |
koper | groen, turquoise |
chroom | groen |
ijzer | geel tot bruin |
antimoon | geel |
titaan en tin | wit (tinoxyde maakt al bij kleine toevoeging de kleuren ondoorzichtig.) |
zilver | geel |
cadmium | oranje |
selenium | rood |
goud | robijnrood (een dus dure emaille) |
mangaan | violet tot bruin |
Staal emailleren
Voor het emailleren is gewoon plaatstaal niet bruikbaar. Dit bevat te veel koolstof. Deze koolstof veroorzaakt het ontstaan van blaasjes en gaatjes in het emaille. Wanneer we op staal willen werken hebben we daarom speciaal emailleerstaal nodig. Dit is aanmerkelijk goedkoper dan koper. Op het staal dient eerst een laag grondemaille te worden aangebracht. Dit bevat speciale hechtingsmiddelen, nl. cobalt, nikkel, koper. Grondemaille voor staal is altijd grijs-zwart van kleur. Over deze grondlaag zet men een lichte kleur (wit, crème, geel), waarna men op de gewone wijze verder kan werken. Alvorens het grondemaille aan te brengen moet het metaal worden ontvet, en vervolgens gebeitst. Dit kan gedaan worden m.b.v. zuren, maar beter met Sparex. Als Sparex oplossing wordt aangeraden: 50 gram in 400 mL water. Het staal moet verhit worden tot 500 à 550 °C. Als de kanten beginnen te verkleuren (blauwig) moet het staal in de sparex oplossing worden gelegd. De grondemaille moet 20 à 40 °C hoger worden ingebrand dan de normale werktemperatuur. Ze is pas goed als er geen flauw wit-grijze kleur meer te zien is, maar een echt transparant blauw-grijs. Bij een temperatuur van 820 – 840 °C duurt dit een kleine 5 minuten. Is het grondemaille niet goed “uitgebrand” dan zal later het emaille afspringen. Tegenwoordig is ook wel wit grondemaille voor staal te verkrijgen. Deze is echter nog in ontwikkeling en geeft vooralsnog moeilijkheden, vooral bij vaker branden (neiging tot afspringen). Staal van 0,6 mm dikte is zeer bruikbaar.
Spuiten
Voeg aan het mengsel van emaillepoeder en water ongeveer 5 – 7% gietklei toe, alsmede ongeveer œ% soda, potas of zout. Daarna zeven en met de verfspuit opbrengen. Spuiten moet men steeds doen in een goede afzuigkast!!
Craquelé emaille
dit verkrijgt men door wat kwartspoeder aan het emaille toe te voegen.
Zuurbestendigheidniet alle emailles zijn zuurbestendig. Wil men de zuurbestendigheid van een emaille controleren, dan kan men dit doen door een druppel citroenzuur – 4% – op te brengen. Na een kwartier afspoelen. Indien het emaille niet zuurbestendig is, is het na deze behandeling mat geworden.
Louis Tuinder
Zie ook: